Amsterdam, City of Diamonds
Amsterdam is al meer dan 400 jaar de stad van diamanten, ook wel “City of Diamonds” genoemd. Maar het verhaal van hoe Amsterdam de diamanthoofdstad van de wereld werd, begint al meer dan 600 jaar geleden in Zuid-Europa.
Het Moorse Rijk was aan de macht; Joodse mensen waren niet langer welkom in Portugal en grote delen van Spanje. Uit angst voor vervolging vluchtten veel Joden naar het noorden. Veel van hen kwamen terecht in Antwerpen (België). In eerste instantie leek dit een veilige plek om te settelen. Hier leerden en perfectioneerden ze het ambacht van de verwerking van edelstenen en diamanten. De vreugde was echter van korte duur, want religieuze intolerantie bereikte enkele jaren later ook Antwerpen. Opnieuw moesten de Joodse vluchtelingen een nieuwe plek vinden om thuis te noemen. Nederland staat in die periode bekend als het tolerantste land van Europa. De keuze om naar Amsterdam te verhuizen leek daarom voor de hand liggend. Een groot deel van de Joodse bevolking kwam naar Amsterdam. Zij namen de kennis en het vakmanschap van diamantslijpen met zich mee.
De eerste diamantbewerker
De exacte datum waarop de eerste diamantbewerkers naar Amsterdam kwamen is moeilijk te bepalen. Maar er is toch een specifieke datum die we handhaven. Dit is 15 november 1586. Op deze dag schrijft de heer Willem Vermaet zich in het huwelijksregister in. Zijn huwelijksakte vermeldt het beroep: “diamantbewerker”. Willem’s huwelijksakte is het eerste officiële document met het beroep diamantbewerker erop. Natuurlijk waren er al mensen die diamantenbewerker waren, maar daar is geen officiële registratie van.
Kort na de officiële erkenning van het beroep diamantbewerker, ontwikkelde de diamantindustrie zich snel in slechts een paar jaar. Rond het begin van de 17e eeuw was Amsterdam het wereldcentrum van de diamantenindustrie. Dit was voor zowel de handel als de verwerking van diamanten.
De tolerante en liberale stad Amsterdam
Het ging goed met Amsterdam en de mensen leidden een stabiel leven. Nederland was een rustige en fijne plek om te wonen. Maar andere delen van Europa waren onrustig. Vooral na 1618. De beruchte Pogroms terroriseerden hele bevolkingsgroepen in Oost-Europa. Ze doodden iedereen die het niet eens was met hun overtuigingen. Vanwege antisemitisme en geweld tegen Joden vluchtten veel Oost-Europese Joden naar Amsterdam.
Nieuwe vluchtelingen
Het liberale en tolerante Amsterdam opende opnieuw zijn deuren voor de stroom vluchtelingen. Maar in tegenstelling tot de rijke Sefardische Joden die tijdens de Moorse overheersing naar Amsterdam kwamen, waren de Oost-Europese Joden erg arm. In die tijd hadden de gilden in Amsterdam de macht om te bepalen wie welk werk kon doen. Dit betekende dat de nieuwe vluchtelingen geen traditioneel werk konden uitoefenen. Maar er was één uitzondering: de gilden hadden geen invloed op het relatief nieuwe ambacht van diamantslijpen. Het duurde drie tot vijf jaar om een meestersnijder te worden. Maar in ieder geval konden de nieuwe gevluchte (arme) joden diamantslijpers kunnen worden en de kost verdienen. Zo zijn veel – misschien zelfs de meeste – Joodse mensen in Amsterdam in de diamantbranche geraakt. De Oost-Europese vluchtelingen deden de Amsterdamse diamantindustrie opbloeien. Zij zijn de grondleggers van de moderne slijptechnieken.
De populariteit van diamanten
In 1725 werden diamantmijnen ontdekt in Brazilië. Amsterdam verkreeg het monopolie op de import van ruwe diamanten uit dat land. Plots waren er grote hoeveelheden diamanten beschikbaar in Nederland. Vanaf dit moment kreeg Amsterdam de bijnaam “Amsterdam City of Diamonds”. Maar in het midden van de 19e eeuw begonnen de velden van Brazilië leeg te raken. Diamanten werden weer schaars en de werkloosheid trof de diamantindustrie hard. Veel diamantslijperijen gingen failliet. Slechts enkelen konden overeind blijven.
De crisis treft iedereen
Maar na een tijdje begon de crisis iedereen te raken. Zelfs de grootste diamantslijperijen vreesden dat het einde nabij was. Net op tijd ontdekten mensen grote diamantmijnen in Zuid-Afrika. Hierdoor kon de grote instroom van diamanten weer op gang komen. En het redde het beroep van diamantbewerker. De gouden jaren keerden terug voor de stad der diamanten. Tegelijkertijd nam de rijkdom van de middenklasse toe in zowel Europa als de Verenigde Staten. Diamanten waren nu populairder dan ooit omdat steeds meer mensen het zich konden veroorloven.
De stad van diamanten wordt geconfronteerd met concurrentie
Rond 1870 werden diamanten erg populair en de diamantbewerkers ontvingen goede lonen. De duizenden diamantbewerkers verdienden maar liefst 130 gulden per week wat ongeveer $63 is. Dit was toen een zeer hoog salaris. Maar de toenemende invloed van de vakbonden en hoge douanerechten brachten de positie van Amsterdam als leider van de diamantindustrie in gevaar. Het Belgische Antwerpen greep haar kans om de leidende positie over te nemen. Tot die tijd gingen alleen diamanten van lage kwaliteit naar Antwerpen. Maar de stad wilde dat graag veranderen.
Diamanten naar Antwerpen
Omdat Amsterdam onder druk stond, trok Antwerpen de handel aan. Ze begonnen ook wat luxere diamanten te verwerken. Door lagere lonen en “flexibele arbeidsomstandigheden” wist Antwerpen een deel van de enorme diamantproductie in Zuid-Afrika te verkrijgen. Met de opkomst van Antwerpen was Amsterdam niet langer de enige diamantdistributeur in Europa. De Amsterdamse diamanthandelaren moesten samen een systeem ontwikkelen om de stroom van miljoenen karaat diamanten te stroomlijnen. Maar ze moesten ook een goed functionerend marktmechanisme voor geslepen diamanten creëren en uitvoeren. Met andere woorden: Nederland had gelijke regels nodig voor het slijpen en verhandelen van diamanten.
Strenge regels voor het slijpen en verhandelen van diamanten
In 1881 richtte The City of Diamonds de Central Diamond Trade Association (CDTA) op. Tot die tijd werd kennis doorgegeven via families en mond-tot-mondcommunicatie. De Association heeft als eerste de kennis en regels over diamanten op schrift gesteld. Vanwege meningsverschillen over het beleid werd de Diamond Exchange op 11 december 1889 opgericht. De Diamond Exchange maakte de CDTA overbodig. Tot op de dag van vandaag is de Diamond Exchange de officiële vertegenwoordiger van de diamanthandel en –industrie in Nederland.
Diamond Exchange Centre
Op 17 september 1890 keurt de Nederlandse koning Willem III de documenten goed voor de “Fair Society for Diamond Trade”. Dit betekende dat ’s werelds eerste Diamond Exchange kon openen, die gevestigd is in Amsterdam. Vandaag zijn er wereldwijd 30 Diamond Exchange Centers. Die in Amsterdam is de oudste. De centra controleren of de strikte regels die van toepassing zijn op de diamanthandel worden nageleefd. Tot de Tweede Wereldoorlog was de Amsterdamse diamantbeurs het wereldcentrum voor de diamanthandel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Amsterdam Diamond Exchange aangevallen. Sommige diamanthandelaren en diamantbewerkers zijn het land ontvlucht, bijvoorbeeld de familie van Van Moppes Diamonds. Alle handelaren die niet vluchtten werden gedwongen hun diamantvoorraad af te staan.
De Amsterdamse diamantindustrie na de Tweede Wereldoorlog
Door de oorlog verloor Amsterdam veel diamantslijpers, handelaren en diamanten. 95% van de diamantbewerkers was immers Joods. Na de Tweede Wereldoorlog raapte de diamantindustrie zichzelf weer bij elkaar, net als de rest van Nederland. Maar de oorlog veranderde alles. Het beëindigde definitief de positie van Amsterdam als het diamantcentrum van de wereld. Gelukkig bleven de kennis en de technieken van diamantslijpen behouden. De diamantbewerkers die na de oorlog terugkwamen, zorgden ervoor dat Amsterdam tot op de dag van vandaag ‘the City of Diamonds’ is.